Auteur: Hans Peijs. Foto: Brian Elings. Bron: weespernieuws.nl.
Douwe Hoitsma met aan zijn voeten de vier hartsvrienden die de basis vormen van de HvO onderwijsmethode (HVO-methode).
Onderwijsbegeleider Douwe Hoitsma, woonachtig in Muiden en werkzaam op de Jozefscholen in Weesp en Muiden, heeft een nieuwe onderwijsmethode ontwikkeld met de naam Hart van Onderwijs (HvO). Onlangs heeft hij hierover een boek afgerond waar het onderwijsveld mee aan de slag kan. Essentieel in HvO is dat leerlingen – mensen in het algemeen eigenlijk – met meer respect met elkaar omgaan. “Met HvO worden zaadjes voor positiviteit geplant.
Als je naam Douwe Hoitsma is, is bij voorbaat duidelijk dat die persoon uit Friesland komt. En dat klopt. Hoitsma woont al ruim twintig jaar in Muiden en is onderwijscoach op de Jozefschool in Muiden alsook op de Oude en Nieuwe Jozefschool in Weesp, maar hij is geboren en getogen in Leeuwarden. Kun je dat nog wel horen? “Goh, wat leuk dat je dat zegt, dat hoor ik niet vaak”, trakteert hij op een gulle lach.
Psychologie
Het onderwijsveld gaat hem zeer aan het hart, maar dat was niet altijd het geval. Na zijn middelbareschooltijd wilde hij geneeskunde studeren, maar na drie keer te zijn uitgeloot (“daar heb ik wel van gebaald, want de helft van mijn familie is arts, maar het is niet anders”) werd het psychologie aan de VU in Amsterdam en door deze studie kwam hij in deze contreien terecht.
‘Mijn passie naast mijn werk nu is zeilen’
De kennis die hij opdeed, gebruikte hij met name bij het geven van tennisles. Douwe was namelijk een begenadigd tennisser. Jarenlang was hij Fries jeugdkampioen en hij haalde de top 12 van Nederland, maar kon net de absolute top niet bereiken. Hij koos daarom eieren voor zijn geld. “Rond mijn 18de werd ik tennisleraar en dat heb ik alles bij elkaar een jaar of veertig gedaan. Tot vorig seizoen speelde ik ook nog competitie, maar daar ben ik mee gestopt omdat het te druk werd. Mijn passie naast mijn werk nu is zeilen.”
Hij was al die jaren een zeer gewaardeerd tennisleraar, niet in de laatste plaats omdat hij lesstof over een goede backhand, een strakke service en een gerichte smash koppelde aan een gedegen kennis over pedagogiek en psychologie. “Ik gaf ook mentale training. In de tijd dat ik daarmee begon, was dat nog onontgonnen terrein. Men trainde liever een half uurtje fysiek dan dat men mentaal wilde trainen. Ik coachte veel teams en was met name geïnteresseerd in de ouder-kindrelatie. Dat is de reden dat ik psychologie ben gaan doen.”
Reis door India
Na zijn studie ondernam hij een reis door India. Hij wist niet goed waarom hij daarheen wilde, maar had de sterke innerlijke drang om dit te doen. Het werd een reis om nooit te vergeten. “Ik ben ook in Dharamsala geweest, de plaats van waaruit de Dalai Lama opereert. Op een gegeven moment zat ik in de tempel waar de Dalai Lama was. Toen kreeg ik opeens een enorme rust over me en ik besefte dat dit de reden was waarom ik hier was. Weet je wat wel apart is? Ik ben toen niet op audiëntie geweest bij de Dalai Lama omdat ik voelde dat ik hem later nog eens zou ontmoeten. En dat is uitgekomen, want ik heb in 2016 samen met hem in Rotterdam een boom geplant rond het thema ‘Compassie in het onderwijs’. Hoe dan ook wist ik vanaf toen dat het boeddhisme in mijn verdere leven heel belangrijk zou zijn.”
‘Vanaf mijn reis naar India wist ik dat het boeddhisme in mijn verdere leven heel belangrijk zou zijn’
Hij kan niet goed de vinger leggen op waar zijn interesse in het boeddhisme vandaan komt. “In elk geval komt het niet uit het gezin waarin ik ben opgegroeid. Misschien komt het wel uit een vorig leven, maar laten we het erop houden dat het er gewoon altijd in heeft gezeten”, concludeert hij. “Of je hieruit de conclusie kan trekken dat ik aan de softe kant van het leven zit? Jawel, maar ik vind ook dat je succesvol mag zijn. Daar is niets mis mee. En anders had ik het ook niet zo lang in de sportwereld uitgehouden. Het boeddhisme en succesvol zijn sluiten elkaar ook niet uit.”
Op een goed moment – we schrijven rond de eeuwwisseling – vroeg Douwe zich af of hij zijn verdere leven alleen tennisleraar wilde blijven of nog een carrièreswitch wilde maken. Het werd het laatste. “Vanwege mijn afgeronde studie psychologie, ervaringen als tennistrainer en de opgedane wijsheid en compassie vanuit het boeddhisme volgde ik een versnelde opleiding, waarna ik onderwijzer werd op de IJdoornschool in Amsterdam-Noord. Daar stond ik vier jaar voor de klas, waarna ik als onderwijsbegeleider aan de slag ging bij de Jozefschool in Muiden en Weesp.”
Het boeddhisme speelde ook een rol bij deze keus. “Ik verbleef op een gegeven moment een maand in de VS in een boeddhistische tempel waar ik boeddhabeelden beplakte met bladgoud. Toen zat ik in de overgangsfase van tennisleraar naar iets anders – ik wist nog niet wat – en daar realiseerde ik me dat ik het het leukste vind om te werken met kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Daar werd mij verteld dat wensen die je uitspreekt altijd uitkomen en geloof het of niet: ik was nog niet terug in Nederland toen ik van vier basisscholen een aanbieding kreeg om onderwijsbegeleider te worden. De kans die de Jozefscholen in Muiden en Weesp mij bood sprak mij erg aan en ik begon en werk nog steeds als remedial teacher voor kinderen op het vlak van gedrag.”
Complexer
De vraag of in het algemeen het gedrag van kinderen is veranderd gedurende de twintig jaar dat hij hierin actief is, vindt hij een lastige. “Het wordt wel complexer. Ik zie bijvoorbeeld dat door het iPhone- en iPad-gedrag het absorptievermogen van kinderen achteruitgaat. Kinderen leven in een wereld van een constante stroom van wisselende aandacht en daar maak ik me wel zorgen over. Ik zie ook dat kinderen gemiddeld genomen meer leerproblemen hebben. Dit is wel theorie van de koude grond, dat geef ik toe, maar ik sluit niet uit dat dit beeld wetenschappelijk is vastgesteld. Wat je ook ziet, is dat kinderen in het algemeen slechter met tegenslag kunnen omgaan. Veel kinderen die ik begeleid, tonen een vorm van agressie op het moment dat iets niet lukt. De frustratie-tolerantie zoals dat in de psychologie wordt genoemd, wordt lager.”
”De basisgedachte is dat ieder kind positiviteit in zich heeft.”
Al zijn kennis over pedagogiek, psychologie, zijn gesprekken met kinderen met allerlei gedragsproblemen en het boeddhisme deden Douwe nadenken over de vraag of dat niet kon worden gebundeld in een nieuwe methodiek van lesgeven. Hij vond van wel en in 2007 was hij zelfs actief met het opzetten van een basisschool vanuit een boeddhistische grondslag, de Mandalaschool genaamd, maar uiteindelijk kwam die er niet doorheen. Hij volhardde echter in zijn ideologie en vond in Remon Pontman, directeur van de Jozefscholen in Weesp, een medestander. Dat resulteerde in een nieuw onderwijssysteem waarbij de boeddhistische leer in de dagelijkse onderwijspraktijk wordt geïntegreerd. Hij noemt dit Hart van Onderwijs (HvO). Hij legt uit wat het is.
“Hart van Onderwijs is een unieke, schoolbrede en direct toepasbare onderwijsmethodiek voor persoonlijk, sociaal en systeemleren vanuit tien HvO-elementen. De tien elementen zijn de vier hartkwaliteiten en de zes leercompetenties. De hartkwaliteiten – vriendelijkheid, verbondenheid, hulpvaardigheid en blijdschap – zijn krachtige universele kwaliteiten die kinderen en volwassenen in hun ‘menselijkheid’ doen groeien. De zes leercompetenties – vrijgevigheid, discipline, geduld, inzet, concentratie en wijsheid – zijn vermogens om goed met jezelf, de ander en de wereld om te gaan.”
Prentenboeken
Hij bundelde zijn kennis om te beginnen in twee prentenboeken. In 2014 schreef hij het prentenboek Vier Hartsvrienden, leven vanuit je hart, waarin de vier zogenoemde hartkwaliteiten in de vorm van dieren gerepresenteerd worden. In 2017 verscheen het prentenboek Zes Waardevolle Vrienden, op weg naar een gelukkig leven, waarin kinderen aan de hand van zes dierverhalen kennis maken met de innerlijke wereld van de zes leercompetenties. Onlangs werd hier het derde afrondende boek aan toegevoegd.
‘’HvO is de basis van positief gedrag
Voor de leek klinkt het verhaal best abstract en zelfs zweverig en het schreeuwt om een toelichting. “HvO is de basis van positief gedrag. Het is een positief zaadje dat wordt geplant bij jonge mensen zodat het zaadje kan uitgroeien tot een onverwoestbare plant waar je je verdere leven iets aan hebt. De basisgedachte is dat ieder kind positiviteit in zich heeft. De positiviteit wordt soms overschaduwd door negatieve en ongewenste gedachten, emoties en gedragingen. Het is de kunst om hiermee om te gaan en positiviteit door middel van de tien HvO-elementen te bevorderen. Dat vereist het nodige zelfinzicht en daar werken we elke dag aan op school.”
Hij geeft een voorbeeld: “Er komt weleens een kind op school dat dreigt te worden buitengesloten. Dat wil je natuurlijk niet. Vanuit de vier hartkwaliteiten, en in dit geval vooral verbondenheid, worden de kinderen in de klas gestimuleerd om dat niet te laten gebeuren. In dit voorbeeld gebeurt dat klassikaal, maar je kunt ook een-op-een met een kind met een bepaalde gedragsvraag gaan zitten. Dan vraag ik wat een kind op een bepaald vlak nodig heeft en welk dier uit het boek Vier Hartsvrienden daarbij hoort, zodat het kind zijn gedachte kan visualiseren.”
De Gouden Weken
Om te voorkomen dat het allemaal niet te soft wordt, worden er westerse pedagogische inzichten en methoden aan gekoppeld. Ook hier heeft hij een voorbeeld van. “In het onderwijs worden de weken tussen de zomervakantie en de herfstvakantie De Gouden Weken genoemd. Dat zijn de weken waarin het fundament van een groep wordt gelegd. Dat is hoe het systeem in Nederland werkt en dit fundament wordt in onze school aan de hand van de tien HvO-elementen gelegd.”
“Het mooiste is wanneer de methode preventief wordt ingezet. Je kunt nu eenmaal beter problemen voorkomen dan ze oplossen. Om die reden worden in de klassen zogenoemde wensoefeningen gedaan. En er zijn heldere huisregels op deze scholen, zoals: we horen bij elkaar, we helpen elkaar, we zijn vriendelijk voor elkaar en we zijn blij voor/met elkaar. In de onderbouw draait het hierbij om de hartkwaliteiten en in de bovenbouw meer om de leercompetenties.”
Op de Jozefscholen zijn heldere huisregels, zoals: ‘We horen bij elkaar
“Natuurlijk gaat er weleens iets verkeerd. Als er, ander voorbeeld, ruzie is op het schoolplein dan roep je de leerlingen bij elkaar en vraag je: hoe zouden de vier hartsvrienden dit oplossen? Kinderen weten precies wat er bedoeld wordt en denken vervolgens na over een oplossing. Alles bij elkaar is het doel dat kinderen de gedachten die hierachter zitten en die ze tot zich nemen in hun verdere leven meenemen. Aan positiviteit is immers in de huidige tijd een grote behoefte. Ja, ik heb stellig de indruk dat op de Jozefscholen een positieve vibe heerst. Dat ligt natuurlijk niet alleen aan HvO, maar dat draagt er zeker aan bij.“
De geestdrift waarmee Douwe over de methodiek praat is aanstekelijk. Wat hem betreft wordt de onderwijsmethodiek dan ook uitgerold over meer scholen. “Ik ben nu 65 en over twee jaar heb ik de pensioengerechtigde leeftijd. Ik wil dan graag tijd besteden om deze methodiek onder de aandacht te brengen in het onderwijsveld. Ik ben de laatste tijd heel druk geweest om dingen vast te leggen en op te schrijven.”
“Deze fase is met de presentatie van het laatste boek afgerond en nu wil ik verder. Of dit een nieuwe religie is? Nee, zo wil ik het zeker niet noemen, want de tien HvO-elementen zijn universeel. Ze zijn overal en in elke levenssituatie altijd aanwezig en toepasbaar. Er zijn ook andere methodes die goed werken, maar ik zou het oprecht goed vinden als meerdere scholen dit omarmen.”
Voor meer informatie ga naar www.hethartvanonderwijs.nl.
Auteur: Hans Peijs. Foto: Brian Elings. Bron: weespernieuws.nl.
Meer weten? Klik hier om in contact te komen.